Kids

Judo, je rolt erin en het laat je
nooit meer los

Judo? Dat is samen plezier maken, met respect voor elkaar!

Eerst goed leren bewegen, dan judo leren

De tegenstander op de grond werpen, dat is wat je het liefst wil leren. Om dat te kunnen, moet je eerst goed leren bewegen. Er zijn verschillende soorten bewegingen. Wandelen en lopen, klimmen, zwaaien, roteren, glijden, springen en landen, vangen en werpen, slaan, trappen, dribbelen, heffen en dragen, trekken en duwen.

Al die bewegingen heb je op één of andere manier nodig in het judo. Het is daarom belangrijk dat je deze basisbewegingen dus eerst goed onder de knie hebt, voor je grepen, worpen en klemmen gaat leren.

Bewegen is meer dan
judo alleen

Om goed te leren bewegen, doe je naast judo liefst ook nog andere sporten. Je hoeft daarvoor niet meteen te starten bij je lokale voetbalclub, maar af en toe een balletje trappen of gooien zal ook je judoskills helpen.

Door veel te bewegen op verschillende manieren zal je judo beter worden. Denk aan fietsen naar school, klimmen op een klimrek, je beste kameraad optillen op de speelplaats, radslag draaien op het speelplein, glijden van een glijbaan, basketten op het sportveld, zwemmen tijdens de zwemles. Al die manieren van bewegen zullen je helpen om jouw judoskills te verbeteren.

Waar komt het judo vandaan?

Judo is van oorsprong een Japanse zelfverdedigingskunst, die rond 1882 werd ontworpen door Jigoro Kano. Het woord ‘judo’ betekent letterlijk ‘zachte weg’, maar eigenlijk betekent het ‘levenspad’. Bij het bedenken van het judo haalde bedenker Jigoro Kano inspiratie uit de rijke Japanse traditie aan vechtkunsten zoals jiujitsu, sumo en worstelen.

lees meer

Maar eigenlijk draait judo niet alleen om vechten. In het judo moet je proberen om met zo weinig mogelijk kracht en inspanning het onderste uit de kan te halen. Je moet leren efficiënt om te gaan met je kracht. In het judo leer je hoe je de kracht van je tegenstander kan gebruiken om je eigen technieken succesvol toe te passen.

In het judo zijn respect en verbondenheid erg belangrijk, ook voor je tegenstander. Want zonder tegenstander kan je geen judo leren. Eigenlijk moet je dus leren samenwerken met je tegenstander.

Van witte naar zwarte gordel

Je kan met judo starten vanaf 3 jaar. Wanneer je stopt met judo? Dat hangt ervan af hoe leuk je het vindt. Zelfs je oma kan nog aan judo doen. Sommige judoka’s zijn zelfs 80 jaar oud!

In welke groep je aan judo doet, hangt af van hoe oud je bent en wat je al kan.  Stap voor stap leer je meer en zal je een ander kleur gordel behalen. Je start altijd met een witte gordel. Om van gordel te veranderen, moet je een examen afleggen. Slaag je voor dat examen, dan verandert je gordel van kleur.

Overal hetzelfde judo, en toch weer anders

Elke club is anders, elke trainer is anders, elke groep is anders. Toch werkt iedereen rond dezelfde technieken. Dat maakt het duidelijk, voor jou als judoka, maar ook voor trainers en ouders. De basis van wat je leert, is in elke judoclub hetzelfde. Of je nu in Blankenberge, Aalst of Lommel traint; elke club in Vlaanderen biedt dus judo aan, maar in elke club kan dit net een beetje anders lijken. De basis is uiteraard overal hetzelfde. 

lees meer

Judo buiten je eigen club

Als judoka is het belangrijk om ook eens ervaring op te doen buiten de veilige omgeving van je eigen club. Ga eens kampen tegen leeftijdsgenootjes of judoka’s van hetzelfde niveau. Misschien zelfs van een iets beter niveau. Zelfs als je eens moeilijker kan werpen of moeilijker tot een houdgreep kan komen, zal je er altijd uit leren. En door te leren word je beter.