Actief starten: leerlijnen
U7
Dartelen op de tatami
Kinderen willen ongestructureerd spelen. Al dollend en rollend maken ze kennis met judo. Tijdens trainingen leg je de focus op de ontwikkeling van lichaamscontrole en de twaalf basisbewegingsvaardigheden. De algemene ontwikkeling is in deze fase altijd belangrijker dan de judospecifieke ontwikkeling.
In de fase ‘actief starten’ leg je de focus altijd op de ontwikkeling van deze basisbewegingsvaardigheden, zonder dat de judotechniek meteen herkenbaar is. Een brede motorische ontwikkeling betekent de start van een gezonde levensstijl en van levenslang sporten en bewegen. Met plezier als kernwoord.
Leerlijn fysiek
12 basis bewegingsvaardigheden
- Wandelen en lopen
- Klimmen
- Zwaaien
- Roteren
- Glijden
- Springen en landen
- Vangen en werpen
- Slaan
- Trappen
- Dribbelen
- Heffen en dragen
- Trekken en duwen
Dit zijn de basisbewegingsvaardigheden zoals ze werden uitgewerkt in het Multimove-programma van Sport Vlaanderen. Met dit programma leren kinderen op een leuke en ontspannende manier bewegen, zodat ze hun fundamentele bewegingsvaardigheden onder de knie krijgen. Ook in de judoles voor jonge judoka’s ligt de focus op deze bewegingen.
Jonge kinderen leren in de kleutertijd hun lichaam te controleren, hun evenwicht te bewaren, en hun ledematen te gebruiken. De grove motoriek vormt de basis voor bewegingen die we gebruiken in het dagelijks leven, en in de sport.
De judoka verandert dan ook in sneltempo. Lengte en gewicht nemen toe, het lichaam wordt gespierder en leniger. Ze krijgen hun ledematen steeds beter onder controle. Hun grove en fijne motoriek ontwikkelen snel.
Om de motorische en fysieke ontwikkeling te stimuleren, bied je allerlei sporten, activiteiten en spelvormen aan. Door de kinderen op een leuke, plezierige, maar soms ook intense manier te laten bewegen, oefenen ze hun basisbewegingsvaardigheden, lichaamscontrole en grove motoriek.
“Multimove wil de basismotoriek bij jonge kinderen op een pedagogisch verantwoorde en wetenschappelijk onderbouwde manier stimuleren”, zegt Sport Vlaanderen op haar website. “De basis voor Multimove werd gelegd in een universitair onderzoek van de UGent, VUB en KU Leuven naar de motoriek van jonge kinderen in Vlaanderen, en de invloed van veel en gevarieerd bewegen op die motorische vaardigheden.”
De jongste kleuters laat je vooral dollen en rollen, de oudere leer je de twaalf basisbewegingsvaardigheden aan. Al deze bewegingen zullen kinderen later gebruiken in het judo. Het is dan ook erg belangrijk dat ze deze goed onder de knie hebben.
Evenwicht en lichaamscontrole
Jonge kinderen leren in de fase Actief starten alle basisbewegingsvaardigheden, maar zeker evenwicht en lichaamscontrole komen later in de judosport van pas. Bij alle bewegingsvaardigheden hebben kinderen balans en evenwicht nodig.
Als ze een bal vangen, moeten ze zich in evenwicht houden zodat ze niet naar achteren vallen. Klimmen ze ergens op, dan moeten ze leren hoe de zwaartekracht op hun lichaam werkt. Ook gecontroleerd vallen hoort hierbij.
Leerlijn techniek
Vrij spel zonder veel instructies
Jonge kinderen spelen liefst zonder al te veel instructies. Ze zijn nog erg ik-gericht en hun attentiespanne is nog beperkt. Gebruik in je training korte spelvormen en veel open, ongestructureerd spel.
Vermijd te veel instructies, doe vooral voor en mee. Maak gebruik van de fantasie van kinderen. Bijvoorbeeld: ‘spring zoals een kikker, stap grote passen zoals een olifant’. Herhaal oefeningen en bewegingen, met kleine variaties.
Geef kinderen de ruimte om te experimenteren. Zorg daarbij voor veel succeservaringen. Als kinderen voelen dat ze iets kunnen, gaan ze het leuker vinden en weer opnieuw doen. Plezier brengt kleuters in beweging.
Specifieke technieken of houdgrepen komen in deze leeftijdsgroep niet meteen aan bod. De judoka’s zijn 6de kyu en doorlopen geen graadverhoging.
Leg focus op:
- Basis bewegingsvaardigheden
- Basisposities en verplaatsingen
- Introductie van valvaardigheden
Leerlijn waarden en gedragingen
Doorheen de ganse ontwikkeling maakt de judoka een stabiele groei als persoon. Als trainer ondersteun en stimuleer je deze groei in elke ontwikkelingsfase. Je creëert daarbij een veilige en warme sportomgeving waarin de judoka zichzelf kan ontplooien. Altijd met oog voor de vijf fundamentele waarden in judo: respect & discipline, verbondenheid & beleving, veiligheid, levenslang leren, moed.