Fundament leggen: ontwikkeling en begeleiding
U9
Leergierig en beweeglijk
Vanaf 7 jaar zijn kinderen klaar om de grondslagen van het judo te leren. Ze zijn in deze levensfase erg leergierig en beweeglijk. Zeven- à negenjarigen willen nog steeds veel spelen. Als kleine ninja’s vliegen ze met bokkesprongen over de tatami. Tegelijk snakken ze naar nieuwe kennis en vaardigheden. Die slorpen ze op als een spons.
Het is in deze fase dat je kinderen de basisjudovaardigheden en eerste technieken van het judo aanleert. Belangrijk is dat jonge judoka’s van bij de start de correcte bewegingen oefenen. Judovaardigheden zijn belangrijker dan techniek.
Lichamelijke ontwikkeling
- Lengte en gewicht nemen snel toe
- Het lichaam wordt gespierder
- De grove en fijne motoriek ontwikkelen snel
Persoonlijke en
sociale ontwikkeling
Kinderen ontwikkelen vanaf de leeftijd van 7 jaar een basis van zelfbewustzijn. Die ontwikkeling kan je stimuleren door reflectieve vragen te stellen zoals ‘Wat was het leukste?’ of ‘Wat heb je vandaag bijgeleerd?’.
De kinderen kunnen gerichte keuzes maken. Hun aandachtsboog wordt langer en hun denken steeds realistischer. Oorzaak en gevolg begrijpen ze steeds beter. Hun spel wordt een echt opbouwend samenspel. Sporters ontwikkelen het besef van wat ze wel en (nog) niet kunnen.
Klaar voor tori en uke
Gedragsvorming en sociale vaardigheden ontwikkelen zich in deze fase. Kinderen spelen niet meer naast elkaar, maar met elkaar. Ze leren samenwerken en zich in de ander verplaatsen.
Dit betekent dat jonge judoka’s op deze leeftijd de functie van tori en uke kunnen aanleren. Dat het ene niet bestaat zonder het andere. Dat aanvallen niet kan zonder verdedigen. Dat zorg dragen voor elkaar een fundamentele judowaarde is.
Je kan kinderen nu ook aanleren hoe ze zich moeten gedragen op en rond de mat. Ze leren hun gedrag en gevoelens inschatten: ‘Hoe voel ik me en op welke manier kan ik dit tonen op en rond de mat?’