Deelnemen aan wedstrijden: leerlijnen
Fysiek en techniek versterken
Hoewel de groep judoka’s in de fase Deelnemen aan wedstrijden erg divers is, blijven de leerlijnen in deze fase vooral gericht op het uitbouwen en onderhouden van de basisuithouding. Uiteraard met een judospecifieke invulling, en rekening houdend met leeftijd en ontwikkeling. Randori wordt belangrijker, alle fysieke eigenschappen komen aan bod, technieken worden verder verdiept en verpersoonlijkt, en judoka’s werken toe naar een hogere kyu- of dan-graad.
leerlijn fysiek
Langer en vaker judoën
Vanaf U15 verhoogt de duur en het aantal trainingssessies. Een judowedstrijd vraagt vooral korte, intense inspanningen. Zoek tijdens training echter niet steeds die intensiteitsdrempel op. Want voor het herstel tussen de verschillende kampen, tijdens langere trainingen , maar vooral om de gezondheid en fitheid te verbeteren is ook algemene uithouding belangrijk. Zorg daarom dat je ook die basis blijft uitbouwen.
Ook bij volwassenen blijf je de brede motorische en fysieke basis verder ontwikkelen en onderhouden. Alle fysieke eigenschappen blijven aan bod komen: coördinatie, kracht, flexibiliteit, snelheid en uithouding. Vul deze op een judospecifieke manier in. Randori of oefengevechten zijn hiervoor de ideale trainingsvorm.
Belangrijke kanttekening: voor jongeren die nog in piekgroei zitten, focus je eerder op coördinatie, vaardigheid en techniek. Zo vermijd je piekgroeiblessures. Hou altijd rekening met de fysieke mogelijkheden en leeftijd van de judoka.
Starten met krachttraining
Vanaf U18 kan je geleidelijk aan starten met krachttraining. Houding, mobiliteit en stabiliteit vormen hiervan de basis. Stem krachttraining eventueel af op de spierketens die je meest gebruikt in het judo, maar vergeet andere spiergroepen niet. Bewegingsverloop blijft belangrijker dan training met weerstand. Heeft de judoka een voldoende sterke houding, mobiliteit en stabiliteit, dan kan je weerstand opbouwen.
leerlijn techniek
Technieken trainen en toepassen
Judoka’s leren nieuwe technieken en werken aan reeds gekende technieken in verdiepingsfase (volgens het kyu-gradenprogramma). Judoka’s ontwikkelen en verdiepen steeds meer hun tokui-waza. Het onderhoud en de versterking van judovaardigheden blijft belangrijk in elke fase.
De judoka werkt toe naar een hogere kyu-graad of dan-graad.
Door oefenen (meer open), spelen en kampen (meer gesloten) krijgen judoka’s de techniek steeds meer onder de knie. Ze leren deze steeds meer toe te passen in kampvormen die opbouwend van meer gesloten naar meer open worden aangeboden. Dit spelen en kampen wordt steeds intensiever naarmate het vaardigheidsniveau stijgt.
Leerlijn waarden en gedragingen
Doorheen de ganse ontwikkeling maakt de judoka een stabiele groei als persoon. Als trainer ondersteun en stimuleer je deze groei in elke ontwikkelingsfase. Je creëert daarbij een veilige en warme sportomgeving waarin de judoka zichzelf kan ontplooien. Altijd met oog voor de vijf fundamentele waarden in judo: respect & discipline, verbondenheid & beleving, veiligheid, levenslang leren, moed.