Trainen voor competitie: leerlijnen
U18
Persoonlijk ontwikkelingsplan
In de fase Trainen voor competitie starten judoka’s bewuster het pad richting topsport. Binnen de topsportwerking van Judo Vlaanderen volgen judoka’s een persoonlijk ontwikkelingsplan.
Langzamerhand worden U18’ers jongvolwassen. De piekgroei is voor de meeste judoka’s voorbij, het lichaam is stilaan gevormd. Ook op sociaal-emotioneel vlak lijkt er wat meer stabiliteit te komen.
leerlijn fysiek
Randori wint aan belang
Vul de fysieke eigenschappen coördinatie, kracht, flexibiliteit, snelheid en uithouding op een judospecifieke manier in. Leg accenten volgens het persoonlijk ontwikkelingsplan van de judoka. Het sportspecifieke aandeel richting wedstrijdjudo blijft stijgen. Randori wordt meer en meer een belangrijk trainingselement om, naast het oefenen van judovaardigheid en techniek met weerstand, ook wedstrijdconditie te ontwikkelen. Wedstrijdjudo vraagt een intense snelheid, kracht en uithouding, maar tijdens training ga je niet steeds de intensiteitsdrempel opzoeken. Blijf eerder de basisuithouding uitbouwen.
Vanaf U18 kan je geleidelijk aan starten met krachttraining. Waak hierbij steeds over houding, mobiliteit en stabiliteit. Deze vormen de basis van krachttraining. Stem krachttraining eventueel af op de spierketens die je meest gebruikt in het judo, maar vergeet andere spiergroepen niet. Bewegingsverloop blijft belangrijker dan training met weerstand. Heeft de judoka een voldoende sterke houding, mobiliteit en stabiliteit, dan kan je weerstand opbouwen.
leerlijn techniek
Tokui-waza naar voorgrond
Judoka’s breiden hun kennis aan techniek verder uit. Daarnaast treedt de tokui-waza steeds meer op de voorgrond. Talentvolle judoka’s in deze fase werken aan de hand van een persoonlijk ontwikkelingsplan dat opgesteld wordt in samenspraak met de trainers topsport.
Technieken
Judoka’s leren ook in deze fase nog nieuwe technieken en werken verder aan reeds gekende technieken in verdiepingsfase. Judoka’s oefenen hun tokui-waza in verpersoonlijkingsfase.
Nage-waza - basis (techniek aanleren):
- Hiza-guruma: kniewiel
- Kata-guruma: schouderwiel
- Ko-soto-gari: kleine buitenwaartse maai
- Tani-otoshi: val in de vallei
- Tomoe-nage: cirkelworp
- Nage-no-kata: ashi-waza
Katame-waza - basis (techniek aanleren):
- Sode-guruma-jime: met beide armen draaiend verwurgen
- Kata-te-jime: duwend verwurgen
- Sankaku-jime: driehoek met benen
Nage-waza – verdieping (techniek toepassen):
- Harai-goshi: vegende heup
- Hane-goshi: gevleugelde heup
- Uchi-mata: binnenwaartse dij
- Okuri-ashi-harai: beide benen vegen
- De-ashi-harai: voorste voet vegen
Katame-waza – verdieping (techniek toepassen):
- Nami-juji-jime: normaal gekruist verwurgen, met de pinken contact aan de hals
- Gyaku-juji-jime: omgekeerd gekruist verwurgen, met de duimen contact aan de hals
- Kata-juji-jime: aan een kant gekruist verwurgen
- Ude-garami: elleboog verdraaien
- Ude-hishigi-hiza-gatame: met de knie klemmen
- Ude-hishigi-waki-gatame: met de oksel klemmen
De tokui-waza wint in deze fase sterk aan belang. Deze technieken worden in verpersoonlijkingsfase meer en meer geperfectioneerd en maken onderdeel uit van het persoonlijk ontwikkelingsplan van de talentvolle judoka.
Nage-waza – verpersoonlijking (techniek eigen maken):
- Tokui-waza 3 (andere richting)
- Tokui-waza in vrije oefenvorm (kakari-geiko zonder weerstand)
Katame-waza – verpersoonlijking (eigen maken):
- Tokui-waza in vrije oefenvorm (kakari-geiko zonder weerstand)
De judoka’s behalen de graad van 1de kyu.
Leerlijn waarden en gedragingen
Doorheen de ganse ontwikkeling maakt de judoka een stabiele groei als persoon. Als trainer ondersteun en stimuleer je deze groei in elke ontwikkelingsfase. Je creëert daarbij een veilige en warme sportomgeving waarin de judoka zichzelf kan ontplooien. Altijd met oog voor de vijf fundamentele waarden in judo: respect & discipline, verbondenheid & beleving, veiligheid, levenslang leren, moed.